Column

Willem Bosch verklaart de oorlog aan Daan Heerma van Voss

13-12-2011 13:02

Vanavond organiseert faculteitsblad Babel, het maandblad van de faculteit der geesteswetenschappen van de UvA, een debatavond in de CREA muziekzaal -waar kan het ook anders- onder de noemer “Babel Live: Terug naar het gedrukte woord.” De aankondiging op Facebook voorspelt het volgende: “Valt er nog te ontkomen aan digitalisering en sociale media? Niet iedereen is blij met de eindeloze stroom aan online gekwetter, one minutes of fame en het grijze gebied tussen pulp en kwaliteit. Op deze avond gaan we terug naar de basis en zoeken onze heil in het gedrukte woord.”

Meer dan een halve eeuw geleden bevochten de Vijftigers met het “afschaffen van een oude lyriek” een revolutie in de Nederlandse poëzie die ze, zoals gebruikelijk, op meer dan genoeg Hollandse kift kwam te staan. De vrije expressie en radicale breuk met oude mores was “infantiel gebazel” en “decadent.” Roomse huisrijmer Bertus Aafjes schreef in de Elsevier: “Lees ik Luceberts poëzie, dan heb ik het gevoel dat de S.S. de poëzie is binnengemarcheerd.” De lezers van het toch al nooit zo vooruitstrevende VVD-blaadje waren het roerend met hem eens. De geschiedenis overigens niet. Aafjes werd dankzij deze polemiek de risee van het literaire wereldje.

Justin Bieber
Dat de komst van het internet een nieuwe revolutie teweeg heeft gebracht in de manier waarop wij communiceren zal vanavond, in de CREA muziekzaal, niet ter discussie staan. Dat het internet als tweede digitale samenleving zich een eigen taal, gevoel voor humor en cultureel besef heeft toegeëigend is door anderen beter en uitvoeriger beschreven. En laten we wel wezen: de stroom aan online gekwetter is inderdaad eindeloos. Zelf volg ik Justin Bieber, word ik verveeld door eeuwige vakantiefoto’s van halfvrienden op facebook en ontkom niet aan mijn deel “OMG!!1 Weer kk Aardrijkskunde zo #kutzooi” in mijn timeline. Pulp is er in overvloed. Naar goed voorbeeld overgenomen uit de supermarktromannetjes, brieven van Telefgraaflezers en roddelblaadjes van het zo geliefde gedrukte woord. Maar Bret Easton Ellis zit op twitter. En Malcolm Gladwell. En Neil Gaiman. Er wordt gedicht, geschreeuwd en gediscussieerd. Er worden haiku’s geschreven, nieuwe definities voor taal verzonnen, er wordt opnieuw gebroken met oude lyriek.

Schrijver Daan Heerma van Vos verklaart vanavond ‘de oorlog aan twitter.’ Journalistiekstudent Bram van Montfoort gaat het hele jaar 2012 offline. David Mulder schrijft ter plekke gedichten op zijn typemachine. Echt waar. En laten we dan opnieuw wel wezen: beperking is goed voor de creatieveling. Schilders verplichten zichzelf abstract te worden. Dichters forceren zich in rijmschema’s. Filmmakers verenigen zich in benauwende manifesten. Dogma’s zijn er om verbroken te worden en om vervangen te worden voor nieuwe dogma’s.
De oorlog verklaren aan twitter en internet in een breder spectrum. Terug naar het gedrukte woord. Is dat nou zo erg?

#Jadatisheelerg.

Jezelf als creatieveling een beperking opleggen is iets heel anders dan het blindelings verwerpen van vooruitgang. Beperkingen moeten nieuwe openingen vinden, niet bewandelde paden heroverwegen. Er staat een fundamentele en nogal pijnlijke denkfout in bovenstaande Facebook-aankondiging: “We gaan terug naar de basis en zoeken onze heil in het gedrukte woord.” Onze basis, als ik zo vrij mag zijn om voor anderen te spreken die ook maar iets met taal van doen hebben, is niet het gedrukte woord. Onze basis is het woord. In al zijn vunzigheid en eenvoud. Het woord, zowel het bindmiddel als een bot gereedschap voor conflict. Het woord, in boeken en dichtbundels, als graffiti op de muur en borrelpraat in de kroeg. Zowel vers van de pers als digitaal.

Vooruitgangshaters

Wie durft te beweren dat er pas nu een grijs gebied ontstaat tussen pulp en kwaliteit heeft niks geleerd van de Vijftigers. Van Reve en van Van Eeden. Van de Sade en Cervantes. Die discussie is al eeuwen bezig en wordt nu, godzijdank, opnieuw gevoerd op internet. Natuurlijk is er pulp. Veel zelfs. Evenals vernieuwing. Romans schrijf je niet op twitter, inderdaad. Maar een storm een creativiteit, korte gedachtes en hersenspinsels, hoogoplopende ruzies en poëtische eenvoud in 140 tekens vindt je niet op de ramsjtafel van Selexys. De nieuwe lyriek is digitaal.

Wat nog veel erger is dan zouteloze UvA-avonden met uitgekauwde onderwerpen van voor 2007, is de suggestie dat deze typemachinefanaten onze literaire mores bewaken. Dat juist deze vooruitganghaters een nieuwe lichting schrijvers belichamen. Dit wordt, zo gaat de Facebook-aankondiging verder, ‘een avond vol uitdagend tegengeluid.’ De pijnlijke misvatting dat stoppen met twitteren en terugkeren naar de typemachine ouderwetse grootheden als Lucebert doet herleven. Omdat Lucebert geen twitter had. En omdat hij gedichten schreef op een typemachine. Dat is geen Lucebert. Dat is Aafjes.

Oorlog
Het enige lichtpuntje in deze avond is dat barensweeën horen bij vooruitgang. Bij elke opwindende vernieuwing hoort een steeds kleiner wordende groep conservatieve romantici die in de CREA muziekzaal mogen mopperen over vroeger. En bij die groep hoort altijd een benepen schare jongeren, lijdend aan het Stockholmsyndroom, die niet de taal van de toekomst omarmt maar het gedrukte woord van hun vaders als zaligmakend aanneemt.

Ooit verklaarde Aafjes zichzelf literair failliet, iets waar hij later terecht spijt van kreeg. Onherroepelijk volgden de Vijftigers. Nu is dat Daan Heerma van Voss. Over een aantal jaar zijn de twitteraars aan de beurt. Dan zal ik met net zoveel rancune avonden organiseren in een cultuurcafé, alwaar ik de oorlog verklaar aan een nieuwe stroming waarvoor ik nooit de moeite noch de creativiteit kon opbrengen daar ook maar iets van te begrijpen.

Willem Bosch is scenarioschrijver en onder andere verantwoordelijk voor de BNN-successerie ‘Feuten’.