ThePostOnline

Gestopt met Twitter: een date

09-08-2012 16:55

‘Ga er eens op uit!’ zei de vriendelijke psycholoog. ‘Ga naar buiten!’
‘Goed idee dokter’, zei ik. ‘Misschien moet ik op date, of zoiets.’
‘Nee, je begrijpt me verkeerd’, zei de hulpvaardige psycholoog. ‘Ik zei: ga alsjeblieft weg. Je bent helemaal geen patiënt hier.’
Zo stond ik weer op straat. Met mijn slopende internetverslaving en mijn poging cold turkey af te kicken. Maar de hulpvaardige woorden van mijn psycholoog hadden me op een idee gebracht om af te kicken: Daten. Nieuwe mensen ontmoeten, In real life, in plaats van online. Dat ging ik doen. Dus bezing mij, o muze, de vindingrijke man, die zeer veel rondzwierf, en Twitter achter zich had gelaten.
Hold your retweets. Het echte leven: I’m going in.

De date: Anne-Fleur. Een vriendin van een vriendin.
Locatie: Een restaurant in de Jordaan.

Het meisje zelf was een opvallend exemplaar. Ze had om te beginnen een heel erg duidelijk hoofd, scherp in beeld. Geen zonnebril, geen duckface en, opvallend ook, je zag haar hele lichaam. Een prima lichaam, maar toch: geen afgesneden kader en niks geen instagram filter of wat dan ook. Gewoon een normaal meisje met armen en benen. Opvallend unsettling.

Supergay
‘Ik ben schrijver’, zei ik toen we gingen zitten. ‘Ik praat op persoonlijke titel. Ik zeg wat ik wil. Als je daar een probleem mee hebt, ga je maar weg.’
‘Oh’, zei Anne-Fleur, meteen van haar à propos. Ze was duidelijk geraakt door mijn online geperfectioneerde bravoure en onverslaanbare houding..
‘Aangenaam’.
Een ober nam onze bestelling op. Zij een vegetarische lasagne, ik twee bier en een Jägermeister omdat ik altijd superhard feest en het me niet uitmaakt wat iemand van me denkt.
‘En wat doe jij eigenlijk de hele dag’, vroeg ik zo casual mogelijk.
‘Ik zit op hockey’, zei Anne-Fleur enthousiast. ‘Ik doe nu mee aan de nationale kampioenschappen en hoop volgend jaar—‘
‘Gay.’
’S-Sorry?’
‘Supergay.’
Ik knipoogde en zorgde ervoor dat mijn mond in een opvallende krul omhoog zat. Een subtiele smiley zodat we allebei wisten hoe de zaken ervoor stonden: ik ben een leukerd. Dat leek ze niet helemaal op te vangen dus deed ik het nog keer, maar nu met mijn tong uit mijn mond. Volgens mij was de boodschap duidelijk, al zei ze daarna niks meer.

We kregen ons eten en drie drankjes. Mijn date leek erg bezig met de uitgang en haar horloge. ‘Vegetarische lasagne’, zei ik gewiekst, ‘jij bent zeker zo’n dierenknuffelaar.’
Anne-Fleur keek me verbaasd aan: ‘Wat? Hoezo?’
‘Dit, dit is een statement toch?’, wees ik naar haar bord vol vegetarische horror.
‘Nee,’ zei ze, ‘niet echt.’
‘Oh’ zei ik, ‘Oké.’ Fail.

Mart Smeets
We aten zwijgend. Normaal zat ik nu non-stop met mijn telefoon in mijn handen, maar die had ik thuisgelaten. Ik moest een gemeenschappelijk onderwerp vinden. Tot zover bleek dit meisje niet in staat tot de meest basale vorm van communiceren. Heel even stond ik mezelf toe met heimwee te denken aan al mijn vrienden op het internet die, zonder uitleg te hoeven geven, elkaar afzeiken.
‘Mart Smeets!’, riep ik in een uiterste poging het gesprek weer op gang te krijgen.
‘Wat is er met Mart Smeets?’ vroeg Anne-Fleur dankbaar.
‘Wat vind je van Mart Smeets?’
‘Oh, eh. Niks, eigenlijk’ zei Anne-Fleur.
Oh God.
‘Je moet iets vinden van Mart Smeets’ zei ik wanhopig. ‘Iedereen vind iets van Mart Smeets.
‘Ik niet’, zei Anne-Fleur, prikkend in haar extreemlinkse Lasagne.
‘Oh,’ zei ik, ‘dus die journalisten die mij vertellen dat heel Nederland over niks anders kan praten dan Mart Smeets verzinnen dat zeker allemaal omdat ze het zinloze gediscussieer van een handvol twitteraars verwarren met echte journalistiek. Is dat wat je me soms wil vertellen?’
‘Misschien, ja’, zei Anne-Fleur.

Real life capslock
‘OLO’, zei ik.
‘Pardon?’
‘LOLOLOLOLOL!’
Anne-Fleur probeerde zachtjes te praten, omdat inmiddels het halve restaurant naar me keek.
‘Kun je misschien even normaal doen?’
Ah, dacht ik. De ad hominem aanval, altijd the last resort van wanhopige gesprekspartners. Tot zover was deze date een flawless victory van mijn kant, al was de tegenstand ook wel erg mager.
‘Oh ik moet normaal doen?’ zei ik tevreden. ‘Je hoeft helemaal niet met mij op date hoor. Je kan ook lekker naar huis gaan.’
‘Misschien doe ik dat wel ja.’
’Pas op mensen!’, riep ik in real-life-capslock, ‘de moraalpolitie is gearriveerd! Of u even allemaal normaal wil doen. En als u niet normaal doet komt de vegetarische nazigestapo u van uw bed tillen!’
Anne-Fleur begon haar jas weer aan te trekken, terwijl deze date net leuk begon te worden. Om ons heen begonnen nu andere mensen in beweging te komen. Sommigen maakten filmpjes, iemand belde de politie.
‘Of iedereen zich even wil conformeren aan de sociale norm van de samenleving!’
Toen ik klaar was met mijn punt te maken bleek Anne-Fleur al een tijdje naar huis. Geblockt, dacht ik, typisch.
Terwijl de ober mij vriendelijk verzocht hier nooit meer terug te komen maakte de toegesnelde politie een proces-verbaal op voor ‘openbare ordeverstoring’.

‘Volledige naam’, vroeg de pet in een karakteristieke stijl onder de 140 tekens, terwijl zijn collega me voorover gebogen op tafel vasthield. ‘@Willembosch,’ proestte ik, met mijn gezicht in de moralfag-guttmensch-lasagne. ‘Je kent me misschien van Twitter.’

Willem stopt nog iets langer met twitteren maar denkt wel heel veel aan zijn volgers.