ThePostOnline

Auf wiedersehen Meldpunt Discriminatie Internet!

19-12-2012 12:50

Het einde van het Meldpunt Discriminatie Internet (MDI) is nabij. Het Ministerie van Binnenlandse Zaken heeft besloten de subsidie stop te zetten. Voortaan zullen alle meldingen over wangedrag op internet worden afgehandeld door het meldpunt van Stichting M. Dat schreef het ministerie gisteren in een brief aan de Kamer.

Het MDI zelf laat op de website weten “in bezwaar te gaan tegen deze beslissing”.

Vandaag liet het MDI nog ronkend van zich horen op de voorpagina van het TMG-tabloid Spits. In grote koeienvlaailetters schreeuwt het sensatieblaadje de lezer toe: “DISCRIMINATIE VERHARDT“.

‘Oproepen tot haat en geweld’
Uit het artikel zelf wordt echter duidelijk dat het uitsluitend gaat om “discriminatie op internet”, volgens de maten waarmee het MDI meet. Dit betekent dat het vrijwel altijd gaat om (anonieme) beledigingen of meningen geuit in commentaarpanelen en op social media.

Volgens het MDI “werd in 2012 vaker opgeroepen tot haat en geweld”. Het gaat hier echter uitsluitend om oproepen tot “haat en geweld” tegen moslim, joden of mensen met een allochtone achtergrond.

Vrijheid van meningsuiting
Het aantal oproepen tot “haat en geweld” tegen bijvoorbeeld medewerkers van Geenstijl.nl en de publieke omroep Powned vallen bij het MDI niet onder de “oproepen tot haat en geweld”.

Het MDI zegt in 2012 exact 943 uitingen te hebben gemeld bij justitie. Slechts 421 daarvan bleken ook daadwerkelijk strafbaar. Meer dan de helft van de aangiftes van het MDI valt dus gewoon onder de vrijheid van meningsuiting.

Met die vrijheid van meningsuiting blijkt Ronald Eissens, de baas van het MDI, niet zo blij te zijn. “Mensen zeggen de meest verschrikkelijke dingen en wat ze zeggen wordt steeds extremer”, laat Eissens optekenen door het sensatieblaadje Spits. Vreemd genoeg wordt daarbij niet gemeld wat exact de maat is voor “verschrikkelijk” en wanneer precies iets “extreem” is.

‘Abnormale extreem-rechtse websites’
Eissens weet echter wel te melden wat “ellende” precies is. Zo zegt hij: “In het verleden zat de grootste ellende op sites die daar specifiek voor bedoeld waren, uit de extreemrechtse hoek bijvoorbeeld.”
Kennelijk betekent het aanhangen van een politieke voorkeur, wat nogal veel voorkomt in een gezonde democratie, als “extreem-rechts” hetzelfde als “ellende” verspreiden.

Gelukkig weet Eissens wel exact het verschil tussen abnormale en “normale” websites te benoemen: “Discriminatie vindt nu vooral plaats op de ’normale’ websites en sociale media.”

Discriminatie vond kortom vooral plaats op bovengenoemde “extreem-rechtse” websites, en die zijn kennelijk “abnormaal”.

Janmaat
Hoe het kan dat één man zo goed weet waar de grenzen voor iedereen liggen en wat precies de definitie van “ellende” en “verschrikkelijk” is, wordt uit het artikel door het TMG-tabloid helaas niet duidelijk.

Waarchijnlijk is het dat Eissens nog dagelijks hevig terugverlangt naar de jaren negentig waarin iedereen het prima vond dat de democratisch verkozen volksvertegenwoordiger Hans Janmaat kapot werd gemaakt en waarin links Nederland, met name in de media, de waarheid meende in pacht te hebben en te moeten houden waardoor de rest van de burgers verder hun mond moesten houden.

Het MDI was er de afgelopen jaren mede voor verantwoordelijk dat de vrijheid van meningsuiting in Nederland, vooral online, steeds vaker onder vuur kwam te liggen.

Gregorius Nekschot
Hoogtepunt van de aanhoudende poningen van het MDI om de vrije meningsuiting in Nederland drastisch in te perken was uiteraard de arrestatie, door tien man politie, van de verder onschuldige cartoonist Gregorius Nekschot.

Deze arrestatie, die landelijk ongeloof en afschuw wekte, kwam voort uit een aangifte van het MDI voor “discriminatie door het publiceren van cartoons”. De arrestatie van Nekschot, wiens misdaad het was cartoons te publiceren, was één van de grootste dieptepunten in de naoorlogse Nederlandse vrije samenleving ooit.

Subsidies
Discriminatie is, ook grondwettelijk, verboden en moet dus worden bestreden. Het is echter absurd dat er subsidies worden uitgekeerd aan een organisatie die zegt discriminatie op het internet te bestrijden terwijl het in werkelijkheid niets anders doet dan online beledigende en kwetsende omerkingen bestrijden en dit vervolgens “discriminatiebestrijding” noemt.

Discriminatie is bijvoorbeeld het geen baan kunnen krijgen vanwege je huidskleur of het in de maatschappij achtergesteld worden door religieuze opvattingen.

Online beledigingen zijn slechts dat: online beledigingen. Dat is heel wat anders dan discriminatie.

Nu deze subsidie voor het MDI eindelijk wordt stopgezet, krijgt de (online) vrijheid van meningsuiting in Nederland weer wat meer lucht. Het is te hopen dat dit zo blijft en dat het meldpunt van Stichting M voortaan wat kritischer kijkt naar het onderscheid tussen discriminatie en belediging.