Kunst

Waarom 99% van de Deense joden kon worden gered

19-09-2013 19:00

In oktober 1943 ontsnapten meer dan 7000 joden aan de Holocaust. Ze vonden een goed heenkomen in het neutrale Zweden. Uiteindelijk is zo’n 1% van de joodse bevolking van Denemarken slachtoffer geworden van de Holocaust. Als bezet land kwam Denemarken dus relatief gezien goed uit de bus. Ter vergelijking: er kwamen tijdens de Holocaust meer dan 100.000 Nederlandse joden om, 75% van de joden in Nederland, en drie miljoen Poolse joden, 90%.


De redding van de Deense joden is – net als de redding van een groep van 1200 joden uit het getto van Krakau door de Duitse ondernemer Oskar Schindler en de redding van tienduizenden joden uit Hongarije door de Zweedse diplomaat Raoul Wallenberg – één van de grootste heldendaden uit de Tweede Wereldoorlog. Het verhaal is vaak verteld en er zijn ook meerdere films over gemaakt. Voor zijn bijna vijfhonderd pagina’s tellende studie Landgenoten heeft historicus Bo Lidegaard uitgebreid gebruik gemaakt van dagboeken van Deense joden die de oversteek naar Zweden maakten. Niet alleen bevatten deze dagboeken een schat aan aanvullende informatie, maar ze bieden ook een unieke inkijk in hoe de joodse vluchtelingen alles beleefden.

Collectief verzet

Hoe kwam het dat in Denemarken bijna alle joden de oorlog wisten te overleven, terwijl in Nederland en Polen verreweg de meeste joden omkwamen in de getto’s en de concentratiekampen? Lidegaard betoogt dat dit in de eerste plaats komt door het collectieve verzet van het Deense volk tegen de Holocaust. De Denen beschouwden hun joodse medeburgers en waren bereid deze landgenoten te helpen.

Ten tweede is het zo dat Denemarken, in tegenstelling tot veel andere bezette landen, relatief veel vrijheid genoot. Denemarken was in 1940 zonder echte strijd door de Duitsers bezet, en de Deense regering kon gewoon aanblijven. Hoewel het land natuurlijk geen vrije buitenlandse politiek kon voeren en een kleine Duitse bezettingsmacht op zijn grondgebied moest toestaan, bleef Denemarken een democratie en werden de joden niet weggestopt in getto’s. Het Duitse Rijk had hier ook belang bij. Denemarken was een modelprotectoraat. Als de Duitsers de oorlog zouden winnen, zo was de gedachte, zouden alle Europese landen in dit soort staten veranderen: verbonden met het Duitse Rijk maar verder vrij om de eigen boontjes te doppen. De Duitse bezetters wilden met de Denen blijven samenwerken. Het oprichten van getto’s en het organiseren van woeste razzia’s zouden tot gevolg kunnen hebben dat de Deense regering de samenwerking met de bezettingsmacht stop zou zetten. De joden werden daarom tot september 1943 met rust gelaten.

Doodstraf

Toen de Duitsers in februari 1943 beslissend waren verslagen tijdens de Slag om Stalingrad, wisten de Denen dat het Duitse Rijk de oorlog zou gaan verliezen. In de zomer van 1943 vonden er in Denemarken stakingen en sabotageacties plaats. In reactie daarop wilden de Duitsers stakingen verbieden, een spertijd invoeren en sabotage met de doodstraf bestraffen. De Deense regering weigerde deze eisen in te willigen en trad op 29 augustus af. Aan het modelprotectoraat was een einde gekomen. Berlijn wilde nu haast maken met de oplossing van het Deense Jodenvraagstuk.

Een derde reden, waarom de Deense joden konden worden gered, was de dubbelzinnige opstelling van de Duitsers in Denemarken. SS-generaal Werner Best en zijn attaché Georg Ferdinand Duckwitz wisten dat het Duitse Rijk de oorlog zou gaan verliezen en voelden er weinig voor om na de oorlog te worden opgehangen als planners van de Deense Holocaust. Op 28 september vertelde Duckwitz de sociaal-democratische politicus Hans Hedtoft over het voornemen om op 1 oktober de Deense joden te deporteren. Hedtoft waarschuwde de leiders van de joodse gemeenschap, met als gevolg dat er in no time een grootscheepse reddingsactie op touw werd gezet. Er ontsnapten meer dan 7000 joden naar Zweden.

De deportatieactie leverde weinig op. Zo’n 450 werden er gevangen genomen en naar Theresienstadt gedeporteerd, een concentratiekamp waar de omstandigheden relatief goed waren. 51 Deense joden overleefden dit kamp niet, vooral ouderen en zieken. Deze mensen, plus degenen die zichzelf van het leven beroofden, degenen die tijdens hun arrestatie werden neergeschoten en degenen die verdronken toen hun boot omsloeg op weg naar Zweden, waren de enige dodelijke slachtoffers van de Holocaust in Denemarken. Ze bedroegen in totaal een kleine honderd mensen. Elk mens is er absoluut één te veel, maar de Deense joden verging het in de regel veel beter dan de joden uit andere door de nazi’s bezette landen.

Dat de 450 Deense joden niet naar een vernietigingskamp werden gestuurd kwam omdat het Duitse Rijk, ook nu er geen Deense regering meer was, graag op goede voet wilde blijven staan met de Denen. De Deense landbouw voorzag miljoenen Duitsers van voedsel. De Duitsers begrepen dat ze meer van de Denen konden profiteren als er met ze werd samengewerkt. De wens om alle Deense joden te vermoorden moest hiervoor wijken.

Kritische noten

De geschiedenis die Bo Lidegaard beschrijft is een indrukwekkende. Toch zijn er enkele kritische noten bij het boek te plaatsen. Allereerst de geciteerde dagboekfragmenten. Die zijn vaak veel te lang, met als gevolg dat het boek niet altijd lekker wegleest. De eerste hoofdstukken, over de Deense context, zijn zeer interessant. Als het verhaal over de ontsnapping begint is de vaart er een beetje uit. Daarnaast is het boek soms nogal nationalistisch van toon. Het dappere Deense volk wist vele joden te redden, terwijl de Nederlanders, Polen en anderen het lieten afweten. Dat de Holocaust in Denemarken grotendeels mislukte lag inderdaad deels aan de standvastigheid van een groot deel van de Denen. Dat de Denen dat konden zijn kwam echter omdat de Duitsers uit pragmatische overwegingen met de Denen wilden blijven samenwerken, waardoor de Denen veel meer speelruimte hadden. Lidegaard onderkent dit wel, maar hecht er te weinig betekenis aan. Bovendien, en daar hoor je Lidegaard helemaal niet over, is de geografische factor van groot belang. Het neutrale Zweden lag voor de deur. Natuurlijk werden Denemarken en Zweden van elkaar gescheiden door de zee, maar dit stukje zee was veel korter en werd minder intensief bewaakt dan de Noordzee die het bezette West-Europa van Groot-Brittannië scheidde.

Landgenoten laat zien dat de Holocaust in verschillende landen een verschillende uitkomst had. Het is een boeiend boek over een bijzondere geschiedenis.

N.a.v. Bo Lidegaard, Landgenoten. Het ‘wonder van Denemarken’: hoe de joodse inwoners in 1943 werden gered door het moedige optreden van de bevolking. Amsterdam, uitgeverij Balans 2013. ISBN 9789460036675. €22,50. 464 pagina’s.