ThePostOnline

Rutte liet AIVD te vroeg onderzoek doen naar ministers

19-12-2013 12:45

De AIVD heeft op verzoek van premier Mark Rutte (VVD) tegen de regels in onderzoek laten doen naar de achtergronden van leden van het huidige Kabinet. Dergelijk onderzoek kan gedaan worden nadat er een formateur is aangesteld. Het naslagverzoek werd eind september 2012 gedaan, ruim een maand voordat er een regeerakkoord was bereikt en voordat de formateur werd benoemd. Dat schrijft de Commissie van Toezicht betreffende de Inlichtingen- en Veiligheidsdiensten (CTIVD) in haar toezichtsrapport.

Onderzoek naar één kandidaat-bewindspersoon was ‘onrechtmatig’

Het hoofd van de AIVD heeft aan de Commissie aangegeven dat naast de gebruikelijke naslag in de eigen bestanden van de dienst, een ‘zoekslag op het internet’ is gedaan naar één van die kandidaat-bewindspersonen. Deze zoekslag heeft geen nadelige gegevens opgeleverd. Maar:

“De Commissie constateert dat de (impliciete) toestemming van de desbetreffende kandidaat heeft ontbroken, omdat de betrokkene er ten tijde van diens kandidaatstelling niet van op de hoogte was dat deze internet zoekslag door de AIVD kon worden uitgevoerd. De juridische basis voor de verwerking van persoonsgegevens die gemoeid was met de internet zoekslag is daardoor naar het oordeel van de Commissie onvoldoende geweest. Zij acht deze gegevensverwerking daarom onrechtmatig.”

Minister van Binnenlandse Zaken Ronald Plasterk (PvdA) schrijft aan de Tweede Kamer dat hij Rutte zal aanspreken op zijn actie september vorig jaar.

Onderzoek naar potentieel lid Koninklijke Familie niet gemeld aan minister

Ook is de CTIVD kritisch over een AIVD-onderzoek naar een ‘potentieel lid van de Koninklijke Familie’ dat heeft plaatsgevonden tussen oktober 2005 tot en met mei 2010. Dat onderzoek vond plaats zonder dat de minister van Binnenlandse Zaken op de hoogte was.

De Commissie schrijft daar over:

Zo blijkt uit het dossier dat de AIVD niet de toestemming van de minister van BZK heeft verkregen voordat de naslag werd verricht. De minister is wel ingelicht over de naslag, maar pas naderhand. Op grond van de procedurebeschrijving had de minister tevens om toestemming moeten worden verzocht voor het exploiteren van het resultaat van de naslag. Ook dit is niet gebeurd; het hoofd van de AIVD heeft op enig moment aan de minister aangegeven dat het resultaat van de naslag was verstrekt. De Commissie constateert dat de AIVD hierdoor in strijd heeft gehandeld met zijn eigen beleid.